Invoering Wet werk en zekerheid (Wwz)
De eerste tranche van de Wwz is per 1 januari 2015 ingevoerd.
Uitsluiting loondoorbetaling
In een arbeidsovereenkomst (nuluren- of oproepcontract) mag worden opgenomen dat er tijdens de eerste 6 maanden geen loondoorbetaling zal plaatsvinden als de uitzendkracht niet werkt.
Via een bepaling in de CAO kon deze periode van zes maanden onbeperkt worden verlengd.
In CAO 's die na 1 januari 2015 tot stand komen mag de "loondoorbetaling na zes maanden" niet meer worden uitgesloten als het structurele werkzaamheden betreft.
Beperken van het uitzendbeding
De mogelijkheid om bij CAO af te wijken van de 26-wekentermijn wordt beperkt tot 78 gewerkte weken.
Vanaf 1 januari 2015 maken uitzendkrachten na anderhalf jaar aanspraak op een tijdelijk arbeidscontract bij de uitzendorganisatie.
Proeftijd, Concurrentiebeding en Aanzegtermijn
De wijzigingen met betrekking tot de proeftijd, het concurrentiebeding en de aanzegtermijn zijn per 1 januari 2015 in werking getreden.
Per 1 januari 2015 is het BW (met betrekking tot "flexwerkers") gewijzigd:
De werkgever dient de werknemer uiterlijk een maand voordat een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van rechtswege eindigt, schriftelijk te informeren over het al dan niet voortzetten daarvan (artikel 7:668 BW).
Een concurrentiebeding is in principe niet toegestaan indien sprake is van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. Dit is alleen mogelijk in geval van zwaarwichtige bedrijfs- of dienstbelangen.
Bij een tijdelijke arbeidsovereenkomst van ten hoogste zes maanden is een proeftijdbeding niet toegestaan.
Payrollwerknemers krijgen dezelfde ontslagbescherming als werknemers die rechtstreeks bij de werkgever (de opdrachtgever) in dienst zijn.
Ketenbepaling en overige wijzigingen van het ontslagrecht
De ketenbepaling en de aanpassing van het ontslagrecht zijn per 1 juli 2015 in werking getreden.
"Er ontstaat een contract voor onbepaalde tijd indien:
- langer dan 24 maanden tijdelijke contracten elkaar hebben opgevolgd met tussenpozen van 6 maanden;
- meer dan 3 tijdelijke contracten elkaar hebben opgevolgd met tussenpozen van 6 maanden.
In het Burgerlijk Wetboek is er nu één hoofdroute voor ontslag, namelijk de opzegging na een verplicht, niet bindend advies van het UWV.
Ontbinding van een arbeidsovereenkomst via de kantonrechter blijft in bepaalde gevallen mogelijk.
Ontslagvergoedingen zijn lager dan voorheen. De vergoedingen kunnen in principe maximaal € 75.000,-- bedragen. De werkgever zal een transitievergoeding verschuldigd zijn na beeindiging van een dienstverband dat minstens 24 maanden heeft geduurd. De transitievergoeding is met name bestemd voor scholing.
Wijziging per 1 januari 2016
De duur en hoogte van de WW-uitkering worden aangepast. Ook de opbouw van het arbeidsverleden wordt gewijzigd.
Ambtenarenrecht (Wet normalisering rechtspositie ambtenaren)
Dit wetsvoorstel (32.550) is op 4 februari 2014 door de Tweede Kamer aangenomen.
De rechtspositie van ambtenaren zal na inwerkingtreding van deze wet (per 1 januari 2018) veranderen. Met name de Ambtenarenwet wordt gewijzigd.
De ambtenaar zal niet meer eenzijdig worden aangesteld, maar is op grond van de nieuwe wet werkzaam op basis van een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht.
Dit houdt in dat het Burgerlijk Wetboek op de rechtspositie van de ambtenaar van toepassing zal zijn. Bestaande rechtspositieregelingen zullen van kracht blijven, voor zover deze niet in strijd zijn met dwingendrechtelijke bepalingen van het burgerlijk recht.
Als overgangsregeling is bepaald dat de aanstelling van de reeds in dienst zijnde ambtenaar van rechtswege wordt omgezet in een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht.
Op 8 november 2016 heeft de Eerste Kamer het wetsvoorstel aangenomen.
Overige wetten die per 1 januari 2015 in werking zijn getreden
Wet aanpassing financieel toetsingskader (FTK)
FTK is een onderdeel van de Pensioenwet. Hierin zijn de wettelijke eisen vastgelegd die aan pensioenfondsen worden gesteld. De belangrijkste verbeteringen zijn:
Het spreiden van financiële mee- en tegenvallers over de tijd, hetgeen voor meer stabiliteit in de pensioenuitkeringen zorgt.
De regels voor de indexatie van pensioenen zullen duidelijker, eerlijker en evenwichtiger zijn.
Invoering van een stabiele premie.
Met deze wet is beoogd pensioenfondsen in staat te stellen maatregelen te treffen om te voorkomen dat pensioenen van gepensioneerden in één keer fors moeten worden verlaagd. Daarnaast is geregeld dat pensioenfondsen voldoende geld kunnen reserveren voor toekomstige pensioenen.
Wet Modernisering regelingen voor verlof en arbeidstijden
Maatregelen die het combineren van werk en zorg gemakkelijker moeten maken.
Participatiewet
De Participatiewet vervangt per 1 januari 2015 de Wet Werk en Bijstand, de Wsv en een deel van de Wajong. Met deze wet beoogt het kabinet meer mensen met een ziekte of handicap aan het arbeidsproces te laten deelnemen. Het kabinet en werkgevers hebben afgesproken om extra banen te creëren (zie de Wet Banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten die per 1 mei 2015 in werking is getreden).
Wetten die per 1 juli 2015 in werking zijn getreden
Wet pensioencommunicatie
Op 19 mei 2015 heeft de Eerste Kamer unaniem ingestemd met het wetsvoorstel van staatssecretaris Klijnsma om de pensioencommunicatie van fondsen en verzekeraars te verbeteren. Met deze wet is bewerkstelligd dat pensioenfondsen en verzekeraars werknemers en gepensioneerden op heldere wijze informatie over het opgebouwde pensioen verstrekken.
Wet aanpak schijnconstructies (WAS)
Naast de werkgever wordt ook de opdrachtgever verantwoordelijk voor het betalen van het cao-loon. Dit wetsvoorstel is onderdeel van de strijd van het kabinet tegen uitbuiting, verdringing en oneerlijke concurrentie op het gebied van arbeidsvoorwaarden. Ontduiking van het wettelijk minimumloon (WML) gaat effectiever worden bestreden. De zogenoemde ketenaansprakelijkheid voor loon is een van de maatregelen die in deze wet is opgenomen. Onderbetaalde werknemers krijgen meer mogelijkheden om een loonvordering in te stellen. Het salaris mag ook niet meer volledig contant worden uitbetaald en loonstroken moeten transparanter worden. De Eerste Kamer heeft op 2 juni 2015 ingestemd met het wetsvoorstel. Een deel van deze wet is per 1 juli 2015 in werking getreden. Het andere deel is per 1 januari 2017 ingegaan.
Overige wetswijzigingen
Bescherming pensioenvermogen ZZP-ers
De ministerraad heeft op voorstel van staatssecretaris Klijnsma van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in mei 2015 ingestemd met een wetsvoorstel waarin is geregeld dat - zoals voor werknemers geldt - het opgebouwde ‘pensioen’ van zzp-ers (die bijstand aanvragen) voortaan beschermd is voor de vermogenstoets in het kader van de Participatiewet. Dit geldt tot een bedrag van € 250.000,--. De wet moet per 1 januari 2016 ingaan. Inmiddels heeft de staatssecretaris de gemeenten dringend verzocht om nu reeds in de geest van het nieuwe wetsvoorstel te handelen.